Werkwoorden vervoegen
buitenstaan
Tegenwoordige tijd buitenstaan
Ik sta buiten
Jij staat buiten
sta jij buiten?
U staat buiten
Hij/Zij/Het staat buiten
Wij staan buiten
Jullie staan buiten
Zij staan buiten
Verleden tijd van buitenstaan
Ik stond buiten
Jij/U stond buiten
Hij/Zij/Het stond buiten
Wij stonden buiten
Jullie stonden buiten
Zij stonden buiten
Voltooid deelwoord van buitenstaan
buitengestaan
Tegenwoordig deelwoord van buitenstaan
buitenstaand