Werkwoorden vervoegen
breedparkeren
Tegenwoordige tijd breedparkeren
Ik parkeer breed; breedparkeer
Jij/U parkeert breed; breedparkeert
Hij/Zij/Het parkeert breed; breedparkeert
Wij parkeren breed; breedparkeren
Jullie parkeren breed; breedparkeren
Zij parkeren breed; breedparkeren
Verleden tijd van breedparkeren
Ik parkeerde breed; breedparkeerde
Jij/U parkeerde breed; breedparkeerde
Hij/Zij/Het parkeerde breed; breedparkeerde
Wij parkeerden breed; breedparkeerden
Jullie parkeerden breed; breedparkeerden
Zij parkeerden breed; breedparkeerden
Voltooid deelwoord van breedparkeren
breedgeparkeerd
Tegenwoordig deelwoord van breedparkeren
breedparkerend