Werkwoorden vervoegen
bomchecken
Tegenwoordige tijd bomchecken
Ik bomcheck
Jij bomcheckt
bomcheck jij?
U bomcheckt
Hij/Zij/Het bomcheckt
Wij bomchecken
Jullie bomchecken
Zij bomchecken
Verleden tijd van bomchecken
Ik bomcheckte
Jij/U bomcheckte
Hij/Zij/Het bomcheckte
Wij bomcheckten
Jullie bomcheckten
Zij bomcheckten
Voltooid deelwoord van bomchecken
gebomcheckt
Tegenwoordig deelwoord van bomchecken
bomcheckend