Werkwoorden vervoegen
bevrouwen
Tegenwoordige tijd bevrouwen
Ik bevrouw
Jij bevrouwt
bevrouw jij?
U bevrouwt
Hij/Zij/Het bevrouwt
Wij bevrouwen
Jullie bevrouwen
Zij bevrouwen
Verleden tijd van bevrouwen
Ik bevrouwde
Jij/U bevrouwde
Hij/Zij/Het bevrouwde
Wij bevrouwden
Jullie bevrouwden
Zij bevrouwden
Voltooid deelwoord van bevrouwen
bevrouwd
Tegenwoordig deelwoord van bevrouwen
bevrouwend