Werkwoorden vervoegen
besuikeren
Tegenwoordige tijd besuikeren
Ik besuiker
Jij besuikert
besuiker jij?
U besuikert
Hij/Zij/Het besuikert
Wij besuikeren
Jullie besuikeren
Zij besuikeren
Verleden tijd van besuikeren
Ik besuikerde
Jij/U besuikerde
Hij/Zij/Het besuikerde
Wij besuikerden
Jullie besuikerden
Zij besuikerden
Voltooid deelwoord van besuikeren
besuikerd
Tegenwoordig deelwoord van besuikeren
besuikerend