Werkwoorden vervoegen
beoliën
Tegenwoordige tijd beoliën
Ik beolie
Jij beoliet
beolie jij?
U beoliet
Hij/Zij/Het beoliet
Wij beoliën
Jullie beoliën
Zij beoliën
Verleden tijd van beoliën
Ik beoliede
Jij/U beoliede
Hij/Zij/Het beoliede
Wij beolieden
Jullie beolieden
Zij beolieden
Voltooid deelwoord van beoliën
beolied
Tegenwoordig deelwoord van beoliën
beoliënd