Werkwoorden vervoegen
bagatelliseren
Tegenwoordige tijd bagatelliseren
Ik bagatelliseer
Jij bagatelliseert
bagatelliseer jij?
U bagatelliseert
Hij/Zij/Het bagatelliseert
Wij bagatelliseren
Jullie bagatelliseren
Zij bagatelliseren
Verleden tijd van bagatelliseren
Ik bagatelliseerde
Jij/U bagatelliseerde
Hij/Zij/Het bagatelliseerde
Wij bagatelliseerden
Jullie bagatelliseerden
Zij bagatelliseerden
Voltooid deelwoord van bagatelliseren
gebagatelliseerd
Tegenwoordig deelwoord van bagatelliseren
bagatelliserend