Werkwoorden vervoegen
achteroverkammen
Tegenwoordige tijd achteroverkammen
Ik kam achterover
Jij kamt achterover
kam jij achterover?
U kamt achterover
Hij/Zij/Het kamt achterover
Wij kammen achterover
Jullie kammen achterover
Zij kammen achterover
Verleden tijd van achteroverkammen
Ik kamde achterover
Jij/U kamde achterover
Hij/Zij/Het kamde achterover
Wij kamden achterover
Jullie kamden achterover
Zij kamden achterover
Voltooid deelwoord van achteroverkammen
achterovergekamd
Tegenwoordig deelwoord van achteroverkammen
achteroverkammend