VROUWENSCHENDER - m. (-s), iem. die vrouwen of meisjes schendt of onteert;
...SCHENDING, v. (-en),
...SCHENNIS, v.;
...SCHOEN, m. (-en),
...SCHOENTJE, o. (-s), schoen van eene vrouw; (plantk.) mariaschoen: een pronkgewas (cypripedilum);
...SCHRIFT, o.;
...SIERAAD, o.
...(raden);
...SLAAF, m. (...slaven), vrouwengek;
...SPIEGEL, m. (-s), (plantk.) venusspiegel, vrij algemeen tusschen het koren voorkomend ;
...SPUIT, v. (-en), spuit om de zwangerschap bij de vrouw te voorkomen;
...STEM, v. (-men), stem eener vrouw ;
...TONG, v. mv. (plantk.) (gew.) ratelpopulier, esp ;
...VEREERDER, m. (-s), iem. die de vrouwen vereert;
...VERKRACHTER, m. (-s), vrouwenschender;
...VLEESCH, o. vleesch der vrouwen; (spr.) hij heeft geen vrouwenvleesch, hij geeft niets om de vrouwen ;
...VOET, m. (-en);
...VRIEND, m. (-en);
...WERK, o.;
...ZADEL, o. (-s), zadel voor rijdende vrouwen;
...ZIEKTE, v. (-n), ziekte der vrouwen.