VOORSCHRIJVEN - (schreef voor, heeft voorgeschreven), vooraf, eerst schrijven;
— schrijvende voordoen; aan een kind een schrift voorschrijven, om het te laten naschrijven;
— (wetten, lessen) ter nakoming stellen; rust voorschrijven; een recept voorschrijven, een geneesmiddel ten gebruike aanraden. VOORSCHRIJVING, v. het voorschrijven; voorschrift; recept.