VERSNELLEN - (versnelde, heeft versneld), de snelheid der beweging doen toenemen: zijne schreden versnellen; vrij vallende lichamen hebben eene versnellende beweging.
VERSNELLING, v. het versnellen : (nat.) de versnelling der zwaartekracht is bijna 10 M. in de seconde; het overbrengen der beweging door tandraderen waarbij de beweging tevens versnelt of vertraagt: hij heeft eene groote versnelling op zijn fiets ; eene fiets met twee, drie versnellingen, verschillende versnellingen.
VERSNELLINGSNAAF, v. (...naven).