Gepubliceerd op 02-12-2018

Toilet

betekenis & definitie

Toilet - o. (-ten), kaptafel; sieraad aan de kleeding; zijn toilet maken, zich kleeden; een beetje toilet maken, zich een beetje netjes kleeden; japon : baltoilet;

— geriefelijk ingericht privaat. TOILETJE, o. (-s); klein toilet; zaknécessaire.

< >