SLOTKAPITTEL - o. (-s), (R.-K.) klein hoofdstukje of eenige verzen uit de Heilige Schrift die men opleest na een psalm en vóór eene hymne;
...KLANK, m. (-en), eindklank;
...KLINKER, m. (-s), eindklinker;
...KNIEËN, v. mv. (zeew.);
...KOERS, m. (-en), koers van effecten bij het sluiten der beurs;
...KRAM, v. (-men), kram aan een hangslot;
...KRAMMETJES, o. mv.;
...LETTER, v. (-s), eindletter;
...MEDEKLINKER, m. (-s), laatste medeklinker;
...NOTEERING, v. (-en), de laatste noteering van fondsen;
...OPSTEKER, m. (-s), iem. die een slot weet open te steken, (ook) haak, daartoe dienende;
...PLAAT, v. (...platen), achterplaat aan een slot;
...POORT, v. (-en), poort van een kasteel;
...PIJP, v. (-en), stiftje in een slot waarop de pijp van den sleutel past en rust;
...REDE, v. (-n), einde eener redevoering;
...REGEL, m. (-s), laatste regel, laatste vers;
...RIJM, o. (-en), laatste rijm, rijmwoord aan het einde van den regel;
...ROOS, v. (...rozen), (bouwk.) roos of rozet in het midden eener versiering;
...SCHROEF, v. (...ven), schroef aan een slot; moerbout of moerschroef;
...SOM, v. hoofdinhoud; het eindgevolg van een onderzoek: wij kwamen tot de slotsom;
...STEEN, m. (-en), sluitsteen;
...STIFT, v. (-en), slotpijp;
...TOREN, m. (-s), toren die tot een slot behoort.