Schooljaar - o. (...jaren), jaar, door een kind op de school doorgebracht: toen ik nog in mijne schooljaren was; (ook) jaar dat van de eene groote (jaarlijksche) vacantie tot de andere verloopt, waarnaar het onderwijs ingericht is, jaarcursus; het eerste schooljaar, titel van een paedagogisch werk;
...JAS, v. (-sen), jas die men op school draagt;
...JEUGD, v. de schoolkinderen;
...JONGEN, m. (-s), leerling op.school; (fig.) domoor, onnoozele : iem. als een schooljongen behandelen, heel uit de hoogte, alsof men in kennis ver boven hem verheven was;
...JUFFROUW, v. (-en), onderwijzeres;
...KAART, v. (-en), kaart, landkaart ten gebruike der scholen;
...KAMER, v. (-s), kamer waarin schoolgehouden wordt;
...KAMERAAD, m. (...raden),
...KAMERAADJE, o. (-s);
...KAST, v. (-en), kast eener school;
...KENNIS, v. wetenschap, kennis die men op school opdoet;
—, m. en v. (-sen), iem. met wien men op school kennis gemaakt heeft: het is nog een schoolkennis van mij;
...KIND, o. (-ers, -eren), kind dat de school bezoekt;
...KINDERVOEDING, v. gratis voeding aan arme schoolkinderen;
...KINDERKLEEDING, v. gratis kleeding van arme schoolkinderen;
...KLOK, v. (-ken), klok die in eene school hangt om het uur aan te wijzen; ook eene klokplaat waarop men in school den kinderen de klok leert;
...LIED, o. (-eren), lied op school gezongen; lied voor schoolgezang geschikt;
...LIEDJE, o. (-s);
...LOKAAL, o. (...kalen), schoolkamer.