Gepubliceerd op 29-11-2018

Schijten

betekenis & definitie

Schijten - (scheet, heeft gescheten), zijn gevoeg doen; (ook:) winden laten;

— (fig.) in zijn broek schijten, beangst zijn;
zij schijten in één pot, zijn het met elkander eens;
— hij heeft in den oven gescheten, gezegd van een bakker, die geene klanten meer heeft.

< >