Provinciaal (2) - m. (...cialen), bewoner van het platteland : die provincialen kan men toch licht beetnemen;
— (in eene kloosterorde), iem. die aan het hoofd staat eener kloosterprovincie, d. i. van een zeker aantal huizen of kloosters, die bij elkander behooren: de pater provinciaal der Jezuïeten in ons land.