Gepubliceerd op 22-11-2018

Porren

betekenis & definitie

Porren - (porde, heeft gepord), met een puntig voorwerp het vuur omhalen, poken; in het vuur porren;

— in de kachel porren, aanhoudend poken, dat het vuur er in beter zal branden;
— steken met een scherp wapen: iem. porren; hij werd onverwachts gepord, doodgestoken;
— met de gebalde vuist duchtige stooten toebrengen;
— iem. wakker porren, zoo lang stooten tot hij wakker wordt;
— wekken, inz. ‘s morgens vroeg door hard op de deur te kloppen of luid te schellen;
— (zeew.) de matrozen wokken, die de wacht moeten aflossen;
— de manschap porren om te schaften, door de bel te luiden enz. voor het eten bij elkander roepen;
— (fig.) aanzetten, aandrijven : die luie leerling moet telkens eens gepord worden;
— (Zuidn.) hard werken, zichzelf telkens aanzetten : aan dat werk heeft hij heel wat te porren;
— porren op eene moeilijke plaats in een schrijver, daarover lang nadenken, peinzen.

< >