Papegaaisbek m. (-ken), bek van een papegaai;
— eene soort van ijzeren schaar die eenigszins het fatsoen heeft van den bek des papegaais, en die, bevestigd boven op een staak, dient om dunne takken van de boomen af te knippen door middel van een touw of ijzerdraad, waaraan men trekt om de schaar te doen knippen;
— schaaf die den vorm heeft van een papegaaisbek;
— (dierk.) eene versteende mossel;
— (plantk.) eene soort van tulp.