Opvreten - (vrat op, heeft opgevreten), gulzig opeten;
— opeten (van dieren); alles vreten, niets over laten;
— verteren (van metalen); (fig.) iem. opvreten, iemands goed doorbrengen;
— verarmen : de hooge belastingen vreten een mensch op; (volkstaal) hij vreet zich op van chagrijn, gezegd van een gemelijk persoon.