Gepubliceerd op 22-11-2018

Oprekenen

betekenis & definitie

Oprekenen (rekende op, heeft opgerekend), samenrekenen, optellen: reken eens op, wat dat partijtje mij gekost heeft;

— de hoekjes oprekenen, optellen het bedrag dat de leverancier, de arbeider te goed heeft;
— het vuur oprekenen, het vuur, dat onder de asch ligt, te voorschijn halen. OPREKENING, v. (-en).

< >