Opboenen (boende op, heeft opgeboend), door boenen glanzender maken: linoleum, eene tafel opboenen;
— met een bezem of borstel en water schoonmaken: den vloer opboenen;
— (gemeenz.) opkarren: als het hem niet aanstaat, kan hij opboenen;
— (huidvettersw.) het boenen der huid ten einde brengen, deze haar vol gezwel doen krijgen, door zo twee weken lang in de boenkuip te laten.