Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontwrichten

betekenis & definitie

(ontwrichtte, heeft ontwricht), de ledematen losmaken uit het verband, het gewricht, waarmee ze aan elkaar verbonden zijn: hij heeft zijn been ontwricht, ook van den persoon of het dier, wiens ledematen ontwricht zijn : zoo lag, ontwerveld en ontwricht, het roofdier uit elkaar geslagen;

— (dicht.) uit zijn verband rukken: als aard en Hemel uit heur assen wordt ontwricht; ten strijd, ter wraak, voor 't half ontwricht Europe !;
— ontzetten, verlammen: de ontwrichte geest liet wereloos zich dwingen. ONTWRICHTING, v. (-en), de scheiding der gewrichtsoppervlakten van beenderen, die met elkander een gewricht vormen.

< >