(ontvlamde, heeft en is ontvlamd), beginnen te vlammen, vlam vatten : droge turf in het vuur geworpen, ontvlamt spoedig; (fig.) (van hevige driften) ontsteken : een lauwer die den moed in ’t jonglingshart zoo licht ontvlammen doet;
— vlam doen vatten; (fig.) alles wat hij sprak was er op berekend de geestdrift te ontvlammen. ONTVLAMMING, v. (-en), het ontvlammen.