(onderschepte, heeft onderschept), iets in zijn loop scheppende stuiten enz., opvangen : hij onderschepte zijns vijands bijl met de zijne; (flg.) iem. of iets beletten voort te gaan, tegenhouden : de Engelsche vloot deed alle moeite om onze achterhoede te onderscheppen; de wolken onderschepten de stralen der zon; brieven onderscheppen, opvangen, zoodat ze niet alleen hun bestemming niet bereiken, maar in handen komen van hen over wie zij handelen;
— (Zuidn) heimelijk vernemen: waar heeft hij dat onderschept ? ONDERSCHEPPING, v. (-en).