Gepubliceerd op 27-09-2018

Nederslaan

betekenis & definitie

(sloeg neder, heeft en is nedergeslagen), naar beneden slaan, iets in eene nederwaartsche richting bewegen of doen bewegen: de randen van zijn hoed, de kraag van zijn jas neerslaan; de wind slaat den rook neer;

— zijne oogen neerslaan, de oogleden laten zakken (inz. van schaamte);
— (fig.) iemands hoop of moed neerslaan, iem. zijne hoop of zijn moed ontnemen;
— gij moet u niet zoo gauw laten neerslaan, niet zoo gauw moedeloos worden;
— zijn tegenpartij neerslaan, tegen den grond slaan; een os neerslaan;
— (mil.) het leger neerslaan, een kamp betrekken;
— plotseling en met geweld naar beneden vallen: eensklaps sloeg hij ruggelings neer; plotseling naar beneden vallen, neerzakken (van iets dat gerezen is): het beslag is neergeslagen; (scheik.) neerploflen;
— (w. g.) zich nederslaan, zich metterwoon neerzetten; (w. g.) zich legeren: de vijand had zich in de vlakte neergeslagen.

< >