Naamvalsbetrekking v. (-en), betrekking tusschen woorden in den zin, door een naamval uitgedrukt;
...UITGANG, m. (-en),
...SUFFIX, o. (-en), eene of meer letters achter een woord gevoegd om eene naamvalsbetrekking aan te geven;
...VORM, m. (-en), vorm dien een woord aanneemt in zekeren naamval.