LEVENSVATBAAR, bn. geschikt om het leven te ontvangen, om te leven; geschikt om voordeel op te leveren die zaak is niet levensvatbaar;
...VATBAARHEID, v. toestand van eenig lichaam, waarin het. geschikt is om levend te worden; (fig.) de zaak had geen Levensvatbaarheid, kon niet met winst gedreven worden; (in de gerechtelijke geneeskunde) de ontwikkelingstoestand van een pas geboren kind, waardoor het in staat is buiten het moederlijf te blijven voortleven.