LEVENSADEM, m.,
...ADER, v. oorsprong des levens; (fig.) bron der genade;
...AVOND, m. (fig. en dicht.) de. ouderdom;
...BAAN, v. levensweg;
...BALSEM, m. Hoffmannbalsem, een opwekkende zalf;
...BEGINSEL, o. dat waarop het leven van iets berust, dat de oorsprong er van vormt;
...BEHOEFTEN, v. mv. levensbenoodigdheden;
...BEHOUD, o. behoud, redding van het leven;
...BEKER, m. (fig.) dat was een alsemdroppel in mijn levensbeker, iets smartelijks voor mij;
...BENOODIGDHEDEN, v. mv. voedsel, kleeding, dekking enz.;
...BERICHT, o. (-en), korte levensbeschrijving;
...BESCHOUWING, v. wijze waarop men het leven beschouwt;
...BESCHRIJFSTER, v. (-s),
...BESCHRIJVER, m. (-s), die het leven van iem. beschrijft;
...BESCHRIJVING, v. (-en);
...BIJZONDERHEDEN, v. mv. schetsen uit iemands leven.
LEVENSBOOM, m. (bijb.) boom uit den hof van Eden, de boom des levens;
— (mv. -en), een oorspronkelijk Noordamerikaansche, altijdgroene boom, die in de groep der kegeldragenden tot de familie der cypresachtigen behoort (thuja occidentalis);
— de Chineesche levensboom (thuja orientalis) heeft ongevleugelde zaden;
— (ontl.) de loodrechte doorsnede der kleine hersenen.