Landvluisv. (plantk.) duist;
...VOLK, o. plattelandsbewoners;
...VOOGD, m. (-en), bestuurder-, beheerder van een land, voor en namens den souverein; stadhouder, onderkoning, gouverneur-generaal, gouverneur enz.;
...VOOGDES, v. (-sen) gouvernante; (ook) vrouw van den GouverneurGeneraal;
...VOOGDIJ, v. de waardigheid van landvoogd;
...VROUW, v. (-en), eigenares van eene pachthoeve enz.; vrouw van een landheer;
...VRUCHT, v. (-en), vrucht die een land oplevert; aardvrucht (in tegenstelling van boomvrucht), opbrengst van een land.