KOOPMANSGEBRUIK, o. (-en), usance in den handel;
...GEEST, m. aanleg tot koopman, snedigheid van een koopman;
...GOED, o. (-eren), koopwaren;
...JONGEN, m. (-s), loopjongen van een koopman, loopjongen op een handelskantoor;
...KANTOOR, o. (...toren), kantoor van een koopman, handelskantoor;
...KLERK, m. (-en), klerk op een handelskantoor;
...REKENING, v. (-en), rekening van een koopman; factuur;
...STIJL, m. handelsstijl (in brieven usance, handelsgebruik naar koopmansstijl: ...VROUW, v. (-en), echtgenoote eens koopmans.