Gepubliceerd op 13-09-2018

Kloosterjaar

betekenis & definitie

KLOOSTERJAAR, o. (...jaren), jaar in een klooster doorgebracht: hij telde twintig kloosterjaren;

...JUFFER, v. (-s), geestelijke zuster, non; (fig.) jonge dochter met een vroom uiterlijk; dame die als pensionnaire in een klooster woont;
...KAPEL, v. (-len),
...KERK, v. (-en), kapel, kerk in of bij een klooster;
...KNECHTEN, m. mv. (oudt.) krijgslieden, die een klooster moesten verdedigen;
...LATIJN, o. het Latijn der middeleeuwen, slecht Latijn;
...LEVEN, o. het leven in een klooster; (fig.) afgezonderd, eenzelvig leven;
...LIEDEN, m. mv. (w. g.) menschen (mannen en vrouwen), tot de kloosters behoorende.

< >