Het begrip kink heeft 2 verschillende betekenissen:
1. kink - KINK, v. (-en), (zeew.) knoop, draai in een touw de kinken uit een looper (touw) slaan; Engelsche kink; bochtsteek;
— (fig.) belemmering; (spr.) er is eene kink in den kabel, er is een beletsel;
— uit de kink blijven, het gevaar vermijden;
— hij is uit de kink, buiten gevaar.
2. kink - KINK, m. (-en), harde slag of stoot: hij kreeg een paar kinken tegen zijn borst, een paar stompen;
— geef hem een kink, sla er op los.