KERKEDIENAAR, m. (-s, ...naren), koster, onderkoster;
...DIENST, m. (gew.) het voorlezen en voorzingen in de kerk ik moet van middag kerkedienst doen;
...KAMER, v. (-s), consistoriekamer, sacristie;
...KAS, v. de geldmiddelen eener kerk;
...KNECHT, m. (-s), kerkedienaar.