bn. (eig.) algemeen, over den ganschen aardbodem verspreid; (inz.) de leer der Roomsche kerk belijdende; het Katholieke geloof, de Roomsche godsdienst;
— Katholieker willen zijn dan de Paus, meer willen doen dan de Kerk gebiedt;
— m. (-en), belijder van den Roomsch-Katholieken godsdienst; de Roomsch-Katholieken; de DuitschKatholieken, volgelingen van Johannes Ronge; de oud-Katholieken, de Jansenisten.