Gepubliceerd op 13-09-2018

Inwijden

betekenis & definitie

INWIJDEN, (wijdde in, heeft ingewijd), plechtig wijden (een gebouw enz.) tot zeker gebruik : het huis des Heeren inwijden;

— (met zekere plechtigheid) in gebruik nemen : den nieuwen schouwburg inwijden;
— (scherts.) gij hebt uw nieuwen hoed aardig ingewijd, als hij bij den eersten keer reeds veel heeft geleden; (ook) zijne nieuwe schrijftafel inwijden, er den eersten keer aan gaan zitten schrijven;
— inzegenen: een vaandel inwijden; plechtig instellen;
— geheel bekend maken met: iem. in een geheim, in eene kunst inwijden. INWIJDING, v. (-en).

< >