Gepubliceerd op 13-09-2018

Inruimen

betekenis & definitie

INRUIMEN, (ruimde in. heeft ingeruimd), plaats, ruimte maken ten behoeve of voordeele van anderen : aan iem. eene plaats inruimen; (ook) zijne plaats aan hem afstaan;

— (fig.) toelaten, toestemmen, vergunnen, dulden : iem. een recht inruimen; wat zij maar eenigszins voor zich konden behouden, wilden zij aan de tegenpartij niet inruimen; (gew.) opruimen, opbergen : het speelgoed inruimen. INRUIMING, v. (-en), ontruiming; afstand; vergunning.

< >