HORLOGEBANDJE, o. (-s), bandje waaraan het horloge gedragen wordt;
...GLAS, o. (...glazen), glas dat de wijzerplaat van een horloge bedekt;
...HANGER, m. (-s);
...KAST, v. (-en), het zilveren, gouden of nikkelen omkleedsel van een horloge;
...KETTING, m. (-en), ketting waaraan het horloge gedragen wordt;
...KOORDJE, o. (-s), horlogebandje;
...MAKEN, o. de kunst des horlogemakers: zijn zoon op het horlogemaken besteden;
...MAKER, m. (-s), iemand die horloges vervaardigt; (ook) die horloges herstelt, schoonmaakt enz ;
...SLEUTEL, m. (-s), SLEUTELTJE, o. (-s), waarmede een horloge wordt opgewonden;
...STANDER, m. (-s), standaard enz. met haakje, waaraan men ’s nachts het horloge ophangt;
...VEER, v. (-en), veer in een horloge, die het werk doet gaan;
...ZAK, m. (-ken),
...ZAKJE, o. (-s), zakje in de kleeren gemaakt tot berging van het horloge, inz. vestzakje.