GEGADIGDEN, m. en v. mv. zij, die gading in iets hebben, die neiging of lust hebben om iets te koopen of te pachten, een werk of eene levering aan te nemen, naar eene of andere, inz. openbare, betrekking te dingen, belanghebbenden: de gegadigden oproepen; de boedel heeft bijna niets opgebracht, daar er zeer weinig gegadigden waren.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
