GATENPLATEEL, (Zuidn. GATENPATEEL, in onze volkstaal GATEPETIEL), o. (-en), platte aarden schotel met gaten of openingen, waardoor men water van groente, visch of andere spijzen laat wegloopen, vergiettest;
— hij is zoo dicht als een gatenplateel (gatepetiel), hij kan niets verzwijgen, flapt er alles uit.