ETAP v. (-n), (krijgsk.) stapelplaats; proviandmagazijn; rustplaats; nachtkwartier; afstand van een dagmarsch;
—KAART, v. (-en), kaart waarop de etapeplaatsen en de voor de troepen geschikte wegen nauwkeurig zijn aangewezen;
—KOMMANDANT, m. (-en);
—PLAATS, v. (-en), eindpunt van een dagmarsch;
—WEG, m. (-en), militaire weg tot onderhoud der geregelde gemeenschap van een leger op zijne operatielijn met zijne basis of zijne magazijnen.