DROOGRAAM, o. (...ramen),
...REK, o. (-ken), raam, rek waarop de wasch te drogen wordt gehangen; raam waarop ’t gevolde laken gedroogd wordt;
...SCHEERDER, m. (-s). lakenbereider;
...SCHEREN, o. het laken met de lakenschaar scheren, de te lange woldraden afknippen.