Gepubliceerd op 02-09-2018

Dorpsgeestelijke

betekenis & definitie

DORPSGEESTELIJKE, m. (-n);

...GENOOT, m. (-en);
...GENOOTE, v. (-n);
...HERBERG, v. (-en);
...HEER. m. (-en), bezitter eener heerlijkheid waartoe een dorp behoort;
...HOOFD, o. (-en), (Ind.) hoofd van een inlandsch dorp, kepala kampong en loerah;
...HUIS, o. (...huizen), ook gemeentehuis op een dorp;
...KERK, v. (-en);
...KERMIS, v. (-sen), boerenkermis;
...KLOK, v. (-ken);
...KROEG, v. (-en);
...LAND, o. (-en), akker tot een dorp behoorende;
...LEERAAR, m. (-s, ...leeraren);
...LEVEN, o.;
...LIEDEN, m.;
...MEISJE, o. (-s), boerenmeisje;
...PASTOOR, m. (-s, ...toren);
...PASTORIE, v. (...rieën);
...PLEIN, o. (-en);
...PREDIKANT, m. (-en);
...RECHT, o. (-en), recht, wet, (ook) rechtsgebied van een dorp;
...SCHOOL, v. (...scholen);
...SCHOOLMEESTER, m. (-s);
...SCHOUT, m. (-en);
...STRAAT, v. (...straten);
...TOREN. m. (-s).

< >