Gepubliceerd op 02-09-2018

Doorrijden

betekenis & definitie

DOORRIJDEN, (reed door, heeft doorgereden), voortdurend rijden hij heeft drie uur doorgereden; verder rijden, niet ophouden, niet stilstaan: de wagen stond niet voor de herberg stil, maar reed door; zij reden maar door; sneller rijden: als wij wat doorrijden, zijn wij er in een uur; rijdend door iets heengaan ze zijn de poort doorgereden; door rijden stukmaken, wonden hij heeft zijn achterste doorgereden.

< >