CRICKET, o. zeker balspel in de open lucht, uit Engeland afkomstig, gespeeld door twee partijen elk meestal van elf personen, een van de eene partij de „batsman” verdedigt zijn „wicket”
— gevormd door drie stokken, zoo dicht naast elkaar in den grond gestoken, dat de bal er moeilijk door kan
— tegen den bal die gegooid wordt door een der tegenpartij, terwijl de overige spelers van elke partij op het veld staan om den bal te vangen of tegen te houden;
—BAL, m. (-ballen);
—CLUB, v. (-s);
—MATCH, m., o. (-es), eene partij cricket, een wedstrijd erin;
—SPEL, o.;
—SPELER, m. (-s);
—SPORT, v.;
—VELD, o.;
—WEDSTRIJD, m.