COQUETTEEREN, (coquetteerde, heeft gecoquetteerd), behaagziek zijn, trachten de andere sekse te bekoren;
— coquetteeren met iets, zich ermede tooien om bekoorlijk te zijn; zij coquetteert wel wat met dat lichte kostuum;
— met iemand coquetteeren, (vooral van dames in den omgang met heeren), trachten hem te bekoren, te behagen aan iem. zonder het ernstig te meenen of de opgewekte gevoelens te beantwoorden.