BUSSEL, m. (-s), (w. g. in Noord-Nederl., Zuidn.), bos (van takken, stroo, pijlen enz.), bundel, schoof;
— (Zuidn.) zwachtel;
— luiers. Busseltje, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: