Gepubliceerd op 01-09-2018

Buitenom

betekenis & definitie

BUITENOM, bw. niet binnendoor of tusschendoor: hij moest buitenom gaan; (scherts.) buitenom is het kermis, gezegd wanneer men iem. niet kan of wil doorlaten;

— aan den buitenkant van eene plaats: hij woont buitenom;
—, o, buitensingel eener stad.

< >