BREIJUFFROUW, v. (-en), onderwijzeres in het breien;
...KATOEN, o.;
...KLOS, m. (-sen);
...KLUWEN, o. (-s), kluwen van garen, katoen, waarmede gebreid wordt;
...KOKER, m. (-s), koker voor de breipriemen;
...KOUS, v. (-en), kous waaraan gebreid wordt; (ook) gebreide kous;
— (fig.) eene vrouw die in een gezelschap weinig zegt.