BOERENZATERDAG, m. (-en), 2e of 3e Zaterdag in October waarop de boerenknechts zich tegen November verhuren, inz. in Noord-Holland en in Utrecht; te Utrecht ook laatste dag der kermisweek;
...ZEEP, v. (Z. A.) zeep op de boerenplaatsen zelf vervaardigd;
...ZOON, m. (-s, ...zonen), zoon van een boer; jonge boer;
...ZWALUW, v. (-en), gemeene of muurzwaluw (hirundo rustica);
...ZWEET, o. (gew.) soort van dun bier: zomerdrank voor het boerenvolk.