BESCHOEIEN, (beschoeide, heeft beschoeid), met eene schoeiing voorzien tegen afkabbeling, uitspoeling en instorting (rivieroevers, kaden enz.). BESCHOEIING, v. het beschoeien;
—, (-en), betrekkelijk dunne wand (van hout meestal) op de eene of andere wijze in loodrechten stand gehouden, en bestemd om grond te keeren.